Over Lichaamsgerichte Psychotherapie
Wat is Psychotherapie?
Door Dirk Marivoet, Psychotherapeut
Van Houdenhove (1996), Vandereycken en van Deth (2003) definiëren psychotherapie als een vorm van hulpverlening via het systematisch en methodisch aanwenden van psychologische middelen door gekwalificeerde personen met als bedoeling mensen te helpen gestoorde belevingen, eigenschappen, gedragingen, gevoelens of interacties te veranderen, waardoor ze gemakkelijker de problemen kunnen oplossen waarvoor ze hulp hebben gevraagd.
Ebert (2008) definieert psychotherapie als een bewust en gepland interactioneel proces ter beïnvloeding van gedragsstoornissen en lijdenstoestanden, met psychologische middelen (door communicatie). Ze kan middels leerbare verbale en non-verbale technieken bij patiënten veranderingen bewerken.
Wat is Lichaamsgerichte Psychotherapie?
De term “Lichaamsgerichte Psychotherapie” (ook gekend als Lichaamsgeoriënteerde Psychotherapie) werd een gevestigd veld in het grotere veld van de psychotherapie tijdens de jaren 1980. De Europese Vereniging van Lichaamgerichte Psychotherapie (EABP), de wetenschappelijke en administratieve beroepsvereniging voor lichaamsgerichte psychotherapie in Europa, werd gesticht in 1988. USABP is de actieve organisatie in de Verenigde Staten van Amerika.
Lichaamsgerichte Psychotherapie is een holistische vorm van psychotherapie die op natuurlijke wijze het lichaam incorporeert binnen het psychotherapeutische proces. Ze heeft een lange geschiedenis die terug minstens 120 jaar terug gaat in de tijd (dankzij het erfgoed van Pierre Janet) en andere invloeden gaan zelfs verder terug. Lichaamsgerichte psychotherapie gebruikt diverse technieken die het bewustzijn van het lichaam vergroten en daarmee, met onze gedachten en emoties. Ze bevordert persoonlijke groei en helpt om psychologische kwetsbaarheden, symptomen en mentale problemen te overwinnen waar deze aanwezig zijn. Het veld van lichaamsgerichte psychotherapie heeft veel wetenschappelijke kennis opgebouwd, alsook publicaties die gebaseerd zijn op valide theoretische zienswijzen.
Hoe werkt lichaamsgerichte psychotherapie?
Net als in andere vormen van psychotherapie, werkt de cliënt samen met de psychotherapeut om de thema’s waar hij/zij mee geconfronteerd is te begrijpen en therapeutisch door te werken. Samen verkennen ze de vaardigheden en talenten die hij/zij kan gebruiken en van bijzonder belang is verder dat ze het vermogen van de cliënt om zichzelf te helen exploreren. Ze onderzoeken de manier waarop de huidige problemen van de cliënt verband kunnen houden met zijn levensgeschiedenis, zijn ervaringen binnen de familiale omgeving, daarbij ook de belangrijke verliezen en trauma’s beschouwend. Zij werken samen om ontdekken wat de cliënt nodig heeft om om te gaan met zijn huidige situatie.
Wat is het voordeel van het werken met het lichaam in psychotherapie?
Er zijn vele uitdrukkingen die de somatische aspecten van de ervaring weergeven. Bijvoorbeeld, verwijzen wij naar onze mogelijkheid om “een standpunt in te nemen”, om “één en al oor te zijn”, een buikgevoel over iets te hebben, om een open hart te hebben, om “een muur om zich heen te bouwen”,enz.
In Lichaamsgerichte Psychotherapie zien we dit niet alleen als metaforen. Deze uitdrukkingen worden gezien als de realiteit van onze ervaring die zich manifesteert in ons lichaam. Ze zijn symbolische sleutels i.v.m. cruciale beslissingen die we maakten voor onszelf of onbewuste ideeën die werden doorgegeven aan ons door onze familie of cultuur. Bijvoorbeeld, hebben veel mensen geleerd om de expressie van de emoties die in de familie verboden waren, in te houden. Sommigen hebben de neiging om in te zakken of zich terug te trekken of uitdagingen te vermijden omdat ze zijn ontmoedigd in het verleden.
We kunnen bijvoorbeeld deze lichaamshoudingen, patronen van spanning of zwakte, onderzoeken, omdat ze zijn gekoppeld aan de centrale vraagstukken van ons bestaan en van onze ervaringen. Doorheen dit alles heen werken helpt ons zelfbewustzijn te ontwikkelen en opent de weg voor nieuwe manieren van zijn. Bijvoorbeeld, een vrouw die ontmoedigd werd in haar familiale omgeving, om te spreken, zou kunnen onderzoeken hoe ze geleerd heeft om haar keel, schouders en kaken te spannen, om te zwijgen. Wanneer ze haar emoties doorwerkt naar haar familie, zou ze kunnen leren hoe je meer energie in het bovenste deel van haar lichaam te brengen om zo de kracht om op te komen voor zichzelf te voelen. Op een vergelijkbare manier, kan een man die erover klaagt het moeilijk te vinden om zich te ontspannen, exploreren hoe hij zijn lichaam dwingt om alert te blijven. Hij kan dan beginnen beseffen hoe hij als kind geleerd heeft in deze alerte toestand verzeild te raken, om het lijden te verhinderen die het gevolg is van het ontbreken van een goede respons op zijn behoeften (emotioneel / fysiek). Dit zal hem in staat stellen om nieuwe manieren van zijn met zichzelf en anderen te overwegen.
Een focus op de functionele relatie tussen lichaam en geest .
De lichaamsgerichte Psychotherapeut richt zich op de functionele relatie en eenheid tussen lichaam en geest. Hierbij houdt hij rekening met de complexiteit van intersecties en de interacties tussen de beide, met het onderliggende geloof dat het lichaam de hele persoonlijkheid weerspiegelt. “Lichaam ” in deze context, staat niet voor een identificatie met de pure biologische dimensie, noch is er een hiërarchische relatie tussen de geest en het lichaam. Ze zijn zowel functioneel en onderling afhankelijke aspecten van de gehele mens . Terwijl andere psychotherapeutische benaderingen nauwelijks verwijzen naar dit perspectief, beschouwt de lichaamsgerichte psychotherapie dit als fundamenteel .
Conceptueel raamwerk.
Lichaamsgerichte Psychotherapie omvat een ontwikkelingsmodel, een theorie over de persoonlijkheid, hypothesen over de wortels van de ziekteverwekkende symptomen en disfuncties in combinatie met een breed scala aan diagnostische en therapeutische technieken die gebruikt worden in het kader van de individuele psychotherapeutische relatie. Deze technieken omvatten het lichaam door het observeren, aanraken en bewegen en via de ademhaling.
Een wetenschap.
Als een wetenschap, is de Lichaamsgeoriënteerde Psychotherapie zich reeds meer dan zeventig jaar aan het ontwikkelen, rekening houdend met het onderzoek vanuit de biologie, de antropologie, de geschiedenis van beschavingen, neurofysiologie, neuropsychologie, ontwikkelingspsychologie, neonatologie en perinatale studies, samen met de bevindingen die afkomstig zijn uit de ervaring uit de praktijk .
Lichaamsgeoriënteerde Psychotherapie is effectief, zoals kan blijken uit wetenschappelijk onderzoek. Via de volgende link krijg je een samenvatting van het gedane onderzoek in de laatste jaren. http://pacja.org.au/?p=2552
Een kunst.
Psychotherapie kan ook co-creatieve kunst worden genoemd (hoewel het altijd gebaseerd moet zijn op wetenschap en kennis). Therapeuten en cliënten kunnen worden gezien als creators van “genezingsculturen”. De manier waarop ze dit doen is deels een mysterie. Hoogstwaarschijnlijk, zoals in elke kunstvorm, is een bepaald talent, specifieke vaardigheden en levenservaring vereist om een effectieve lichaamsgericht psychotherapeut te zijn. De wetenschap van Lichaamsgerichte Psychotherapie is absoluut belangrijk, maar wordt altijd aangevuld met een mate van vakmanschap en artisticiteit.
Historische ontwikkeling van de lichaamsgeoriënteerde psychotherapie.
Men zou kunnen zeggen dat de geschiedenis van lichaamsgerichte psychotherapie begint met het werk van Pierre Janet (1889), ten minste 3 jaar voor Freud officieel de psychoanalyse oprichtte ( 1892 ). Volgens David Boadella (1997), legde Janet de nadruk op het lichaam van de patiënt en op de non – verbale communicatie. Zijn bevindingen zijn direct gekoppeld aan lichaamsgerichte psychotherapie, omdat ze onder andere, belangrijke informatie met betrekking tot het blokkeren van het middenrif, de effecten van emotionele intensiteit op de stroom van lichaamsvloeistoffen en het belang van manueel werk voor patiënten die een traumatische schok hebben ondergaan, omvatten.
►Een ander belangrijk onderzoeker was Albert Abrams (1891-1910) uit San Francisco , die een aantal van zijn theorieën baseerde op het werk van Franz Anton Mesmer (1779) en Armand – Marie – Jacques de Chastenet en Marquis de Puységur (1784). Hij stelde dat het geheim van gezondheid en ziekte liggen in de aard van de trillingen afkomstig van de cellen van het lichaam, alsmede op de relatie tussen geest en lichaam.
►Volgens Boadella (1997), verrichte Freud onderzoek naar de bevindingen van Janet en werd hij beïnvloed door diens ideeën, maar later negeerde hij de studie van het lichaam en richtte zich uitsluitend op verbale communicatie. Aanvankelijk had Freud het idee van het ego beschreven als “in de eerste plaats een lichaams- ego” (Freud, 1923), met vermelding van de onderlinge verbondenheid van lichaam en geest. Ook beschouwde hij aanvankelijk de libido binnen een kader van homeostase daarmee de bevrijding van de lichamelijke energie bevorderend. Maar later evenwel, herzag hij dit, in de gedachte dat het lichaam de gevaarlijke overheersende kracht van de driften vormt, die onder controle van de geest moet blijven. De geest werd zo het brandpunt van de klassieke psychotherapie als het middel waardoor de mens zijn innerlijke kern kan uitdrukken na de verwerking van zijn gedachten en overtuigingen .
►Het was uiteindelijk de Oostenrijks-Hongaarse arts en psychoanalyticus Wilhelm Reich (1897-1957), student en later medewerker van Freud, die geleidelijk aan de belangrijkste pionier werd van de lichaamsgerichte psychotherapie. Reich richtte zich op het ‘karakter’ van de analysant – de bijzondere persoonlijke manier van zijn – die de basis voor de symptomen vormt die worden getoond. Hij introduceerde het concept van de “Pantser” verwijzend naar het afweermechanisme door een persoon ontwikkeld om om te gaan met intense zintuiglijke input en ondraaglijk emotie. Het pantser heeft een karakter aspect en een somatisch aspect. Reich ontwikkelde ” Neuro – vegetotherapie “, een werkwijze voor het herstellen van de gezondheid van het autonome zenuwstelsel (AZS) door middel van bepaalde lichaam technieken en oefeningen gevolgd door verbale expressie en verwerking.
Reich ’s ideeën over ‘ Karakter ‘ en de verwerking van de weerstand en negatieve overdracht werden alom geprezen door psychoanalytici, terwijl zijn nadruk op het werken met het lichaam, emotionele ontlading en seksualiteit werd opgenomen en verder ontwikkeld door verschillende neo – Reichiaanse scholen. Later ontwikkelde Reich concepten zoals orgastische potentie, seksuele energie , en ‘orgone energie’, die niet allemaal omarmd werden door de gevestigde psychoanalyse .
►Andere pioniers zoals Georg Groddeck en Szandor Ferenczi experimenteerden met een meer directe manier van werken met het lichaam, terwijl Alfred Adler, Carl Jung en anderen gericht waren op hoe psychische energie door het hele lichaam wordt verdeeld en over de relatie tussen lichaam en geest. Een paar psychotherapeuten, tijdgenoten van Reich, werden sterk beïnvloed door zijn werk met het lichaam, in het bijzonder Fritz Perls (1969) , grondlegger van de Gestalttherapie, Arthur Janov (1970), die Primal Therapie oprichtte , en Stanislav Grof (1986), die zijn eigen techniek Holotropisch Ademwerk noemde.
► Reich’s werk met het lichaam, spierpantsering en weerstand, trok vele volgelingen. In Noorwegen en de Verenigde Staten,werkte Reich samen met tal van therapeuten die zijn theorie in hun werkprocessen opnamen. Een internationale beweging van lichaamsgerichte psychotherapie werd ontwikkeld, met een flink aantal variaties, dat ofwel rechtstreeks afkomstig was van het werk van Reich of er wezenlijk toe bijdroegen, of er op zijn minst veel aan te danken hadden.
►In de Verenigde Staten, richtten Elsworth Baker, samen met collega’s – ook bekend als ” Orgonomen ” – het American College of Orgonomy op (1968) en publiceerde het Journal of Orgonomy, de voortzetting van de traditie van Reich ’s Medische Orgonomie. De tweede generatie Lichaamsgerichte Psychotherapeuten, getraind door Reich in de Verenigde Staten en “Neo- Reichianen ” genoemd, zijn onder meer Alexander Lowen , John Pierrakos , Myron Sharaf en Eva Reich.
► Psychiater Alexander Lowen (1910-2008) in samenwerking met John Pierrakos, creëerden Bio-energetische Analyse (1975), daarbij zeer belangrijke concepten-technieken voor lichaamgerichte pyschotherapie toevoegend zoals “grounding” , rechtopstaan en diep ademen.
► John Pierrakos (1921-2001), werkte aanvankelijk samen met Lowen, en ontwikkelde vervolgens Core-Energetica (1987) gericht op het vergemakkelijken van het vrijmaken van de kern. Hij combineerde zijn therapeutische ervaring in de praktijk van de Bio-energetica met de de gechannelde “Padwerk-lezingen” van zijn echtgenote Eva Pierrakos met de focus op de liefde als de mens diepste waarheid.
► Eva Reich, W. Reich’s jongste dochter, ontwikkelde de techniek van Gentle Bioenergetics of Vlinder Baby Massage (1996), een soort van zachte massage die wordt gegeven door moeders aan hun babies die prematuur geboren waren om het proces van het installeren van een relatie die onderbroken was geweest te herstellen.
►In Noorwegen werd psychoanalyticus Ola Raknes (1887-1975) ook getraind door Reich in Karakteranalytische vegetotherapie en later heeft hij zelf andere therapeuten opgeleid zoals A.S. Neill, Paul Ritter, Peter Jones, David Boadella, Gerda Boyesen en Malcolm Brown. Een paar van hen ontwikkelden hun eigen visie op lichaamsgerichte psychotherapie en vormden de derde generatie van Lichaamsgerichte Psychotherapeuten .
►Aldus ontwikkelde David Boadella Biosynthese, onderzoekend hoe de drie embryonale lagen – endoderm , mesoderm en ectoderm – de huidige structuur van het lichaam beïnvloeden . Boadella was een zeer belangrijke persoonlijkheid op het gebied van lichaamsgerichte psychotherapie, in het bijzonder van 1970 tot 1990. Hij stichtte het eerste tijdschrift over het onderwerp van lichaamsgerichte psychotherapie , getiteldEnergy & Character, met behulp waarvan Lichaamsgerichte Psychotherapie consistentie en een onafhankelijke identiteit als een wetenschappelijke discipline verwierf. Daarnaast was hij een van de oprichters van de European Association of Body Psychotherapy (1988 ) en de eerste voorzitter.
► Gerda Boyesen (1922-2005) stichtte Biodynamische Psychologie (1980), met bijdragen omtrent de zelfregulering van de emotionele intensiteit functies niet alleen door het orgasme reflex of de ontspanning van het spierpantser, maar ook op basis van de parasympathische activiteit in het spijsverteringssysteem. Zij heeft de term ” Emotionele absorptie ” en ” psychoperistalsis” geïntroduceerd en ontwikkelde theorie en technieken ter ontspanning van het pantser ter hoogte van het bindweefsel en de spieren volgens Reich. Ze ontwikkelde ook een soort van zeer subtiele massage om ontspanning en evenwicht brengen in het AZS , waardoor de expressie van de emoties die achter de lichamelijke spanning schuilen verbetert . Haar zoon , Paul Boyesen, creëerde later zijn eigen methode, die hij psycho – organische analyse noemde .
► Malcolm Brown en zijn vrouw Katherine Ennis Brown, beïnvloed door de Gestalt psychotherapie en door Charlotte Selver, Carl Rogers (2003 ), Reich, Lowen, Boadella (1987) en Boyesen (1980) , ontwikkelde Organismische Psychotherapie. Hij onderzocht het effect dat gecreëerd wordt door de aanraking van de therapeut en hoe het zich onderscheidt als de therapeut een man of een vrouw is . Malcolm Brown deed onderzoek naar de uiteenlopende functionaliteit, in therapie, van de ” verticale grounding ” ( staande positie ) in vergelijking met “horizontale grounding” .
► Lillemore Johnsen (1981), beïnvloed door Freud en Reich, en door een meer existentiële visie, ontwikkelde een bepaalde methode van ” het lezen van het lichaam ” doorheen zacht aanraken en het herstel van de ademhaling, met nauwkeurige diagnose . Ze noemde haar modaliteit Geïntegreerde Ademhalingstherapie.
► Lisbeth Marcher (1989), gebruik makend van enkele van de ideeën van Johnsen ‘s, creëerde de Bodynamica modaliteit die stelt dat de persoonlijkheidsproblemen en de elementen van hetstructureren van het karakter het resultaat is van conflicten in relaties. Haar technieken zijn gericht op het transformeren van oude en hardnekkige gedragsmotieven doorheen het educatieve proces en het energetiseren van kinetische en psychologische bronnen.
► Charles Kelley (1922-2005) creëerde de Radix methode (1970) , een soort “training in emoties, doel en de verbetering van het gezichtsvermogen,” de technieken van Reich m.b.t. emotionele ontlading en de werkwijze van William Bates ter bevordering van het gezichtsvermogen combinerend.
► Stanley Keleman (1986), een student van Alexander Lowen en Ola Raknes , onderscheidde zich sterk van Reich, bewijzend dat het concept van het spierpantser, energiestroom en de beperking ervan uitgebreider is tot niet alleen de spieren, maar ook tot de zachts weefsels van het lichaam , en de ingewanden. Zijn methode staat bekend als Formatieve Psychologie, die o.a. de invloed van emoties op de lichaamsvorm bestudeerd.
► Ron Kurtz (1990), de invloed van de Gestalt -therapie, Arthur Janov ’s Primal Therapy , Rolfing, Bio-Energetica en het werk van J. Pierrakos, Al Pesso en Moshe Feldenkrais combinerend, ontwikkelde de Hakomi methode die helpt een persoon te realiseren wat zijn potentieel is dat hij kan actualiseren.
► Jack Lee Rosenberg (1996) creëerde Integrative Body Psychotherapy daarbij kenmerken van yoga, Bio-Energetica , Reichiaanse analyse, psychoanalyse, Transactionele Analyse en object-relaties theorie omvattend.
► Psychiater Jerome Liss (1986) ontwikkelde Biosystemische psychotherapie, die verschillende manieren van werken met het lichaam combineert, zodat de relatie tussen het parasympathische en het sympathische Autonome Zenuwstelsel kan verkend worden . De resulterende emotionele verdieping helpt een persoon een gezonde balans te herstellen.
► In de volgende generatie van Lichaamsgerichte psychotherapeuten die geen contact met collega’s en studenten van Reich hadden, vinden we Jacob ” Jay ” Stattman ( 1989 en 1991) die Unitieve Psychologie oprichtte, met daarin verbindende elementen uit de Humanistische Psychologie, het theoretische werk van Reich en sommige psychodynamische elementen van karakteranalyse. Hij gebruikte verschillende lichaamsgerichte technieken, met de nadruk op de ademhaling, beweging en contact, beïnvloed door Gerda Boyesen, Reich, Lowen en Feldenkrais
►Beïnvloed door Gestalt therapie en bio-energetica ontwikkelde psychiater Yvonne Maurer (1993) Body-centered Psychotherapy.
► Luciano Rispoli (2008) ontwikkelde Functionele Psychotherapie, daarbij de functionaliteit van een persoon verkennend op alle niveaus : gedachten, emoties, lichaam, fysiologie. Therapie is bedoeld om de gewijzigde functies te mobiliseren en opnieuw op te eisen om zo oer- fundamentele ervaringen te herstellen.
► Arnold Mindell, in eerste instantie een Jungiaanse analist,ontwikkelde in de late jaren 1970 een eigen modaliteit van Procesgerichte Psychotherapie, waarin de psychologische werking van een persoon gedurende zijn ontwikkeling en beweging via verschillende kanalen gevolgd wordt.
►Een andere main stream binnen Lichaamsgerichte Psychotherapie is Dans-Beweging Psychotherapie, een somatische psychotherapeutische versie van de Dans – Bewegingstherapie die uit het werk groeide van o.a. Elsa Gindler, Marion Chase, Isadora Duncan, Martha Graham, Doris Humphrey en anderen.
► Ilana Rubenfeld (1998) ontwikkelde de Rubenfeld Synergy Method(RSM), gebruik makend van een soort contact met de handen, vrij gelijkend aan de techniek van milde biodynamische massage van Gerda Boyesen .
►Een speciaal voorbeeld is Jack Painter’s Bodymind Integration (ook PsychoCorporal Integration). Dit is een synthese van lichaamsgerichte psychotherapie en diep holistisch lichaamswerk. Postural Integration® ontwikkeld in de jaren 1960 (zie Deep Bodywork and Personal Development, 1987) is een originele synthese – geen eclectische combinatie – van verschillende methoden die hij ervoer en waarin hij werd opgeleid: Reichiaanse Therapie (Rafael Estrada Villa, Peter Levine), Gestalt Process Werk (Marty Fromm en Fritz Perls), Rolfing (Ida Rolf & Bill Williams), Psychodrama, Feldenkrais en de theorie van de 5-elementen. Later ontwikkelde hij in de jaren 1980 en 1990 ook Energetic Integration® en Pelvic-Heart Integration®. Deze drie methoden van PsychoCorporal (Bodymind) Integration worden gereguleerd door de International Council of PsychoCorporal (Bodymind) Integration Trainers (ICPIT), de enige representatieve koepelorganisatie, opgericht in 1988.
►Er zijn ook enkele mensen die hebben gewerkt met een soort van ” somatische therapie” waarna zij psychotherapeutische functies hebben toegevoegd en zo Lichaamsgerichte Psychotherapie te worden. Bijvoorbeeld, heeft in de Verenigde Staten, Susan Aposhyan ( 2004) Bonnie Bainbridge Cohen’s Body- Mind Centering getransformeerd tot een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie. Albert Pesso en zijn vrouw Diane Boyden – Pesso ( 1961), die begonnen als professionele dansers , bestudeerden de manier waarop de beweging van de expressie van emoties verlichting kunnen brengen. Op deze manier, ontwikkelden zij het Pesso – Boyden Systeem van Psychomotorische Therapie ( PBSP ) , die een rijke vorm van gestructureerd lichaamsgericht psychodrama bevat.
Hoewel lichaamsgeoriënteerde psychotherapie overeenkomsten heeft met enkele andere lichaamstherapieën , lichaamstechnieken en complementaire takken van de geneeskunde die naar het lichaam verwijzen, is ze heel anders op het aspect van een psychologische therapie te zijn. Psychomotorische therapie zoals die toegepast wordt in Nederland en België is eveneens een psychologische therapie, maar gevestigd binnen een onafhankelijk wetenschappelijk domein, met veel overlappingen naar de lichaamsgerichte Psychotherapie. Lichaamsgerichte Psychotherapie zelf is wetenschappelijk gevalideerd door de EAP (European Association for Psychotherapy ) en de beroepskwalificaties die vereist zijn voor de praktijk zijn ook wetenschappelijk vastgesteld. Ten slotte zijn er binnen de lichaamsgerichte psychotherapie een heleboel verschillende en soms zeer gedifferentieerde benaderingen (net als het geval is in andere takken van de psychotherapie), zoals blijkt uit het hierboven geschetste overzicht.
Referenties
Ebert, D. (2008): Psychiatrie systematisch. Bremen: UNI-MED Verlag.
Vandereycken, W. & van Deth, R. (2003). Psychotherapie van theorie tot praktijk. Antwerpen: Bohn Stafleu van Loghum.
Van Houdenhove, B. (1996). Inleiding tot de psychotherapeutische methoden. Leuven: Acco.